Van Uttendorf naar Toblach (Italië) naar Oberdrauburg

19 oktober 2019 - Oberdrauburg, Oostenrijk

Om 09:00 uur uit Uttendorf, waar we verbleven in Haus Aurora zijn Gerard en ik samen met Ellen ( mijn vrouw) en mijn neef Fre richting Linz en daarna door  naar  Toblach (Dobbiaco) in Italië. De situatie bij vertrek: mooi weer en en lekker zonnetje voor de Felbertauerntunnel en bij het uitrijden uit deze 6 km lange tunnel. Regen en 6 graden!  Uiteindelijk kwamen we om 11:10 aan bij een hotel/ restaurant in de bossen en een meertje. Hier moest ergens de bron van de rivier de Drau te vinden zijn. De rivier die we de komende dagen gaan volgen. Met een lengte van 749 km, stromend  door Italië, Oostenrijk, Slovenie, Kroatie naar Hongarije. Van klein stroompje naar een volwaardige rivier.

Om 11:26 hebben Ellen en Fre ons uitgezwaaid  en de eerste meters vanaf  een hoogte van 1200 meter gingen al vlot naar beneden. Lekker makkelijk. Was voor ons beiden toch weer even wennen aan de bepakking achterop. Om zeker te zijn van een slaapplaats hadden we al een hotel geboekt in Oberdraubrug. Een kleine 75 km stroomafwaarts. Nu was het wel even zoeken naar de Drau zelf. Het bleek een stroomJe die nog op niets leek. Maar halverwege het dorp Toblach kwamen we toch iets tegen wat op een hoopvolle beek leek te zijn. Eentje met genoeg potentie. In Innichen nodigden we ons uit voor ons eerste kop koffie. Na twee Cappuccino's en wat suikergoed konden we weer richting Oostenrijk. Even buiten Toblach zagen we een soort tombe. Heb even lopen zoeken op internet maar kan de herkomst ervan niet vinden. Volgens Gerard is het een verzameling van graven. Laat ik het dan ook maar even bij

Al snel vonden we weer de tred waarmee we in 2017 vanuit Haarlem door België , Frankrijk en Spanje naar Santiago waren gereden. Het verschil met toen is dat we nu genoeg warme en regenkleding mee hebben genomen. Geen tent bij ons hebben en voor schnitzels en knoedels en Weizen gaan. 

Snel nog even een déjà vu voor Gerard voordat we Italië uitrijden. We reden langs de 3 Zinnen Dolmites. Drievoudige bergtop op de grens tussen Italië en Oostenrijk. Helaas bleef deze top alleen in de gedachten van Gerard zichtbaar. Het weer was er niet naar en de toppen bleven verborgen in de wolken. Helaas voor mij. Dus dan maar even googelen.

Het volgende dorp Innichen of in het Italiaans San Candido en daarna richting  Sillian naar Lienz. Een kleine 48 km verder. Was ook voor mij een deja vu. Hier waren we namelijk vanochtend ook met de auto doorheen waren gereden. 

Tijdens onze tocht naar Santiago kwam ik regelmatig Witte wieven tegen. Tenminste in mijn wat onder invloed zijnde brein. Dit waren bij mij de oude en kalle bomen die tussen al het jonge groen naar Gerard en mij stonden te lonken in de wind. Meestal voorzien van een dode bast en lange en zwaaiende  taken. Nu weet ik wel dat de term witte wieven helemaal niets met bomen te  maken heeft maar met mythische wezens of nevelslierten, maar voor mij waren het die bomen. Lonkend naar al die fietsers en lopers die als zombies over de weg waggelend of zwabberend op zoek waren naar hun eindbestemming een heel stuk verderop.   Dus ben ik ook op deze tocht naar enigszins soortgelijke ervaringen. Grote kans dat als ik genoeg Weizen drink er vanzelf een aantal tegen het lijf zal gaan lopen. Of in ons geval tegen het lijf zal fietsen. Hoe dan ook; “gut aussehen nach fremde sachen“  Uiteindelijk heb ik er eentje kunnen vinden. Bij een klammr in de buurt van Amlach. Daar stond een wit wief. Maar dan wel een mannelijk lijkende versie. Wijzend in de richting van waar we het geluid hoorde van een waterval. Tsja, de spreekwoordelijke koude douche.  Een kleine stroom water liep onder het wief door. 

Onze tocht heeft ons door verschillende landschappen richting de voor die dag bestemde eindbestemming geleid. Na door Linz te zijn gereden hebben we lange tijd langs een spoorlijn gereden. Uiteindelijk  een brug over en toen kwamen we een oud en voor ons bekende wegwijzer tegen. De routewijzer voor de Jacobs weg. Deze wijzer is voor de pelgrims  die vanuit Wenen komen. 

Uiteindelijk zijn we om 16:00 uur in Oberdrauburg aangekomen. Waar het, voordat we ons hotel op zouden zoeken, eerst tijd was voor het bezoeken van de plaatselijke bakker en conditorei. Tijd voor kaffee und kuchen.  Daarna uitpakken in ons typisch Oostenrijks hotel. Alles eikenhout en dode vissen aan de muur. Voorzien van kamers met echte Oostenrijkse harde matrassen en grote zachte Oostenrijks kussens waar je tot over je oren in verdwijnt.  Na het douchen “ lekker ite” in de eetzaal. Met op tafel, om een beetje sfeer te creëren een rode roos!! Alleen de kaars ontbrak. Een mooie en passende afsluiting voor onze eerste dag.

Foto’s